Bijna alle politieke partijen willen minder CO2-uitstoot in 2030, maar hoe ambitieus moet je daarin zijn: de 49% uit de Klimaatwet, de 60% van D66 en GroenLinks, of zelfs nog meer? Correspondent Max van Geuns zocht het antwoord in Denemarken, waar het doel maar liefst 70% is.
Denemarken hoort, als het om klimaatbeleid gaat, bij de meest ambitieuze landen ter wereld. De energiesector is er bezig met een heuse transformatie: in 1991 was Denemarken het eerste land dat een windpark in zee bouwde en inmiddels komt meer dan 20 procent van de Deense energieconsumptie van wind. Ter vergelijking: Nederland haalt met alle hernieuwbare bronnen nog geen zes procent. De windindustrie en maatregelen van de Deense overheid hebben al geleid tot een CO2-reductie van 38 procent, vergeleken met 1990. Zet daar het amper gehaalde Urgenda-doel van 25 procent in Nederland tegenover en het verschil is duidelijk: Denemarken is klimaatkoploper, Nederland staat in het rechterrijtje van de Europese CO2-reductiecompetitie.
Tijd om een aantal tandjes bij te schakelen, zou je dus zeggen. Toch heeft Nederland haar CO2-reductiedoel in de Klimaatwet slechts vastgesteld op 49 procent in 2030, tegenover 70 procent in Denemarken. Hoe doen de Denen dat toch, gaan ze hun ambitieuze doel halen en zou Nederland de lat niet ook hoger moeten leggen?