Maxx tot Red Pers
Een verlopen tv-gids, het weerbericht van de week ervoor en de helft van een poster van een zeehondje. Dat was de inhoud van de allereerste editie van Het Maxx Magazine, het blad dat ik uit verveling besloot op te zetten in groep zes van de basisschool. Ik raakte het aan de straatstenen niet kwijt, terwijl het aan elkaar geregen stapeltje papier maar tien cent kostte. Alleen mijn ouders en een leraar kochten het.
Binnen korte tijd ontpopte Maxx zich van een knutselwerk tot ‘echt’ magazine. Ik ging mensen interviewen: mijn buurman Jan van de ABN Amro, oom Rik die Nederlands gaf en een klasgenoot die topsport bedreef. Het maakte niet zoveel uit wie, als ik er maar een mooi verhaal van kon maken. En in ieder mens zit een mooi verhaal, daar was en ben ik heilig van overtuigd.
Natuurlijk kon ik niet in mijn eentje een tijdschrift uitgeven. Mijn hele leven ben ik bijgestaan door niet alleen oude rotten in het vak, maar ook mijn lieve ouders en zelfs mijn beste vrienden. De belangrijkste versterking kwam bij de eenentwintigste editie van Maxx, in de brugklas van het Vossius Gymnasium. Olivier Overberg, die later ook hoofdredacteur van Red Pers zou worden, inspireerde mij net zoveel met zijn vormgeving-skills als dat hij me mateloos irriteerde in de klas. Nog altijd zijn we beste vrienden én zakenpartners voor het leven.
Olivier werd al gauw adjunct-hoofdredacteur en samen hebben we het volgehouden tot maar liefst Maxx nummer 36. Hij deed de volledige lay-out en fotografie, terwijl ik als tiener beroemdheden interviewde, van sportverslaggever Tom Egbers tot politicus Lodewijk Asscher. Het blad werd niet langer gedrukt bij mijn pa op het werk, maar bij een heuse drukker. Op het hoogtepunt lag het zelfs te koop bij boekhandel Schimmelpennink aan het Weteringcircuit.
Toch voldeed het niet als serieuze onderneming van bijna-volwassen zestienjarigen. Olivier en ik wilden een glossy maken waarbij we iedere Amsterdammer betrokken, ofwel het maximale. Zo ontstond Maximum Amsterdam.
“Dit blad was er nog niet,” kopte Het Parool op dinsdag 25 juni 2013. Als inmiddels zestienjarige hoofdredacteur trok ik met Maximum meer media-aandacht dan ik ooit had durven dromen. In oktober dat jaar, toen de tweede editie in zo’n dertig boek- en tijdschriftenhandels te koop lag, werd ik opnieuw geïnterviewd. “Met onze toekomstige hoofdredacteur sluiten wij dit Ochtendnieuws af,” aldus de verslaggevers van AT5.
Na twee jaar glossy’s schrijven, ontwerpen, uitgeven en distribueren kwamen Olivier en ik in 2015 echter tot de conclusie dat we online dichter tot onze doelgroep zouden komen: jong Amsterdam. Dat bleek beste beslissing die we in ons jonge bestaan hebben gemaakt. Bovendien bespaarde deze duurzame innovatie druk- en distributiekosten. Inmiddels waren Tess Castelijn en Nuno Blijboom, evenveel vrienden als collega’s, net zo ambitieus als Olivier en ik. Met zijn vieren dachten we begin 2016 lang en diep na over de vraag: wat willen we nou eigenlijk? Wie zijn wij?
Wij zijn Amsterdamse studenten met verschillende studierichtingen (rechten, theaterwetenschap, klimaatwetenschap en economie), maar met dezelfde journalistieke ambities, die de pers willen redden. Zodoende kwam Tess, de grootste creatieveling van ons kwartet, met de nieuwe naam Red Pers. Olivier ontwierp het logo, inmiddels alom bekend door de stickers die je in Amsterdam bij menig verkeerslicht en in vele wc's zult tegenkomen, en Nuno gaf gestalte aan het intensieve begeleidingssysteem van onze jonge doch reeds ervaren eindredactie, nog altijd de ruggengraat van onze redactie. Red Pers werd een dubbel concept: intern wilden we hét opleidingsplatform worden voor journalisten in spé, extern wilden we het frisse en vastberaden geluid laten horen dat je zelden hoort in de gedrukte pers.
Nog geen jaar later was het resultaat er al: een minimalistische, schitterende website met kwaliteitsjournalistiek. Met de flexibilisering van de arbeidsmarkt en de opkomst van gratis newsporn op sociale media is het bestaan van een innoverend podium voor journalistieke ontwikkeling van groot belang.
Als ik iets heb geleerd in mijn twaalfjarige bestaan als hoofdredacteur, is het dat je soms dingen moet loslaten, risico’s moet nemen en alles helemaal moet omgooien. In de wijze woorden van onze meer geliefde dan gehate vrienden uit Rotterdam: geen woorden, maar daden. Daarom werd het tijd voor een wisseling van de wacht en hebben Olivier en ik het hoofdredacteurschap in 2019 definitief uit handen gegeven: Madelief van Dongen en Charlotte Remarque hebben het opvolgende jaar met veel faveure de posities van hoofdredacteur en adjunct-hoofdredacteur vervuld. Het jaar daarna volgden respectievelijk Tahrim Ramdjan en Vera Kurpershoek, die de positie van chef eindredactie (gezien ons concept immers een extra belangrijke functie) definitief bij de hoofdredactie voegden in de persoon van Roos Post. Het academische jaar 2021/2022 staan opnieuw drie journalistieke toptalenten aan het roer van het inmiddels vijfjarige Red Pers: Jasmijn Huisman, Marijne Beijen en Pleun Brink.
Olivier, Tess en ik vormen inmiddels sinds drie jaar het eveneens driekoppige bestuur van Stichting Red Pers, dat als missie het waarborgen van de continuïteit van de redactie en website van Red Pers heeft. Zo is het de gezamenlijke ambitie van de hoofdredactie en ons stichtingsbestuur om Red Pers de komende jaren nog groter, mooier en uitdagender te maken. Diversiteit en inclusie (in de breedste zin van hun betekenis) zijn speerpunten van ons beleid geworden, evenals het vormen van een springplank naar de grote media voor talentvolle journalisten in spé die de kans daarvoor nog niet hebben gekregen. Kortom: je zult nog veel meer van ons gaan horen!
Dit is de aangepaste versie van een redactioneel dat op 3 juli 2017 verscheen bij Red Pers.