Nu we na twee jaar covid weer op reis mogen, neemt de CO2-uitstoot van de Europese luchtvaart de komende decennia flink toe. Tegelijkertijd wil de EU in 2050 klimaatneutraal zijn. Een snelle duurzame transitie naar fossielvrij vliegen is daarom noodzakelijk — en bovendien goedkoper dan niets doen.
Momenteel kun je vrijwel enkel op fossiele kerosine naar je vakantiebestemming vliegen, wat veel CO2-uitstoot met zich meebrengt. We kunnen steeds beter voorspellen hoeveel de temperatuur hierdoor extra zal stijgen, hoeveel hoger de zeespiegel wordt en welke andere klimaateffecten optreden. Met economische modellen kun je vervolgens uitrekenen hoeveel schade dit aanricht, bijvoorbeeld door overstroomde steden of verloren oogsten.
Uit onderzoek blijkt nu dat deze zogenoemde ‘schadekosten’ hoger zijn dan de kosten van een snelle overstap naar duurzame brandstoffen in de Europese luchtvaart. Kortom: het betalen van een hogere prijs voor luchtvaartmaatschappijen om CO2 te mogen uitstoten (een koolstofprijs), en het versnellen van de transitie naar hernieuwbare brandstoffen, kost op de lange termijn minder dan stilzitten en langzaam steeds meer voor de klimaatschade betalen.