Een betaalbare huur- of koopwoning is nauwelijks te vinden. ‘Ervaringsdeskundigen’ Arie Lengkeek en Peter Kuenzli zien een uitweg: coöperatief wonen. Hun boek beschrijft wat deze woonvorm Nederland kan bieden.
Stel: je woont met een groep mensen in een complex dat van alle gemakken is voorzien, inclusief kantoren, bibliotheek, restaurant, bioscoop en veel groen. Je appartement is ruim, ook voor een gezin. En dat allemaal voor een lage huur, midden in de grote stad.
Het is misschien moeilijk haalbaar op de huidige woningmarkt, maar in steden als München en Zürich is het werkelijkheid. Bewoners werken er samen in een wooncoöperatie, die eigenaar is van een gebouw. Zo huren ze in feite ‘van zichzelf’. De kosten blijven hierdoor laag, want er is geen commerciële verhuurder die almaar meer wil verdienen. En de woning mag ook niet met dikke winst worden doorverkocht.
Een wooncoöperatie mag niet worden verward met een woningcorporatie. De laatste beheert (sociale) huurwoningen op basis van overheidsregels en wordt niet door de bewoners zelf bestuurd. Zijn woningcorporaties sinds jaar en dag pijlers onder de Nederlandse volkshuisvesting, het aantal wooncoöperaties is op de vingers van twee handen te tellen. Juist die onbekendheid was voor Arie Lengkeek en Peter Kuenzli reden over deze woonvorm te schrijven. Hun boek, Operatie Wooncoöperatie, is deze vrijdag verschenen.